Algemeen

Praktijk kent verschil tussen goed en matig gras amper

gras_vreten_vierkantVeehouders en adviseurs zien wel of een weide mooi dicht is begroeid met gras, maar niet welke grassoorten er precies staan en wat hun aandeel is. Zo weten zij niet het verschil tussen het voedzame en gewenste Engelse raaigras en het minder gewenste ruwbeemd. Dat is de ervaring van meerdere graslanddeskundigen in de ‘Special Grasland’ in V-focus. Een hoog rendement uit gras begint bij ‘weten wat er staat’.

De beoordeling van de botanische samenstelling van de grasmat staat of valt met het herkennen van de grassoorten, aldus graslanddeskundige Bert Philipsen van Wageningen UR. Al tientallen ’farmwalks’ heeft Philipsen er inmiddels op zitten. Samen met groepen adviseurs en veehouders loopt hij door de verschillende percelen van het melkveebedrijf om te zien en te meten hoe het gras erbij staat. In de ‘Special Grasland’ trekt hij conclusies en benoemd hij de leerpunten waarmee de praktijk meer rendement uit grasland kan halen.

Juiste beweidingssysteem kiezen

In de praktijk is er nog te weinig aandacht voor het beweidingssysteem, vindt Philipsen. Meer rendement uit gras halen, betekent dat het dagelijkse grasaanbod moet zijn afgestemd op de dagelijkse grasbehoefte zodat er minimale verliezen optreden. Het kiezen van een passend beweidingssysteem vergt echter wel de nodige studie en vervolgens oefening om ermee te leren werken. Volgens Philipsen ligt hier een belangrijke rol voor bedrijfsadviseurs. De Stichting Weidegang bracht onlangs de kaart ‘Welk systeem past’ uit voor het maken van een keuze uit de verschillende beweidingssystemen.

Inhoud ‘Special Grasland’ in V-focus

1. Minder mest, bodemkwaliteit belangrijker. In het verleden werd een matige kwaliteit van de bodem gecamoufleerd door hogere stikstofgiften. Maar nu er minder bemest mag worden, wordt de kwaliteit van de bodem des te belangrijker voor een optimale grasproductie.
2. Verdichting voorkomen is cruciaal. De belangrijkste knelpunten in bodemkwaliteit op grasland aan de hand van de resultaten van de BodemConditieScore.
3. Grasland wordt onvoldoende benut. In theorie is het mogelijk een productie van 20 ton droge stof van een hectare te oogsten, maar al jarenlang ligt het Nederlandse gemiddelde op slechts de helft. Waar is het snelste rendement te halen?
4. Grasgroei in relatie tot bodemtemperatuur. In 2014 verzamelde De Weideman met grote regelmaat cijfers over bodemtemperatuur en grasgroei, in het hele land. Een wetenschappelijke analyse van deze cijfers leidt tot interessante inzichten.
5. Welk gras staat er? Veredelaars brengen regelmatig nieuwe, nog betere rassenmengsels op de markt. Maar de praktijk haalt er niet uit wat er genetisch in het gras zit.

V-focus Nieuwsbrief

Nieuwsbrief Wil je ook de nieuwsbrief ontvangen en op de hoogte blijven?