Onderzoek en Beleid

Stikstofaanpak overbodig om natuur te redden

Volgens een studie van voormalig WUR-onderzoeker Henri Prins uit naam van Stichting SLN, is de Nederlandse natuur in algehele zin herstellende. 12 procent van 521 soorten neemt af. Stikstof is daarvan niet de hoofdoorzaak.

Henri Prins werkte als onderzoeker voor WUR en ging in 2020 met pensioen. Volgens zijn eigen schrijven hield hij zich als wetenschapper bezig met beleidsvragen op het snijvlak van landbouwbeleid, milieu en economie. Na zijn pensionering sloot Prins aan bij de Stichting Samenleving, Landbouw en Natuur (SLN). Volgens Prins leverden de vele rapporten en een vragenronde aan wetenschappers, bestuurders en beleidsambtenaren geen helder beeld op van het fundament onder het huidige stikstofbeleid. Daarom onderzocht Prins zelf de ontwikkeling van de natuur in de voorbije 20 jaar.


Natuur in erbarmelijke staat?

De natuur bevindt zich in een erbarmelijke toestand, onder andere volgens terreinbeheerders. Vooral door het ontbreken van een algeheel beeld zijn er echter twijfels over deze staat. In het rapport van Prins worden, op advies van vooraanstaande ecologen, de trendmatige ontwikkelingen gepresenteerd van 521 soorten. Deze soorten zijn geselecteerd omdat ze volgens de habitatprofielbeschrijvingen kenmerkend zijn voor één of meerdere habitats. Enkele soorten van de Europese habitatrichtlijn (bijlage 2) zijn toegevoegd aan de studie van Prins. Van elk van de 521 soorten is bepaald of deze sinds het jaar 2000 is toe- of afgenomen.


Afname bij 12 procent soorten

Het aantal soorten waarbij sprake was van afname sinds 2000 is 12 procent. Veel meer soorten bleven stabiel of breidden zich uit. Geen van de soorten verdween in de voorbije 20 jaar. Van elf soorten die voor 2000 verdwenen waren, zijn er wel vier teruggekomen.


Stikstof niet belangrijkste drukfactor

De amfibie-, reptielen- en zoogdierensoorten alsook amfibiesoorten ontwikkelden zich bovengemiddeld goed. Verhoudingsgewijs gingen veel broedvogel- en vlindersoorten erop achteruit. Stikstofgevoelige vaatplaten- en mossoorten hebben zich beter ontwikkeld dan stikstofminnende soorten. Bovendien zou de analyse aantonen dat stikstof maar zelden de belangrijkste drukfactor voor het verdwijnen van een soort is. Onder andere verdroging is van veel groter belang.


Vaatplanten weer bijna terug op niveau

Vaatplanten holden volgens het rapport achteruit tussen 1950 en 1980, maar bevinden zich inmiddels weer bijna op het niveau van 1950 volgens het rapport van Prins. Dat zou een effect zijn van de ammoniak- en mestwetgeving die sinds de invoering rond 1990 continu werd aangescherpt. Het stikstofverlies per hectare lag rond 2020 dan ook weer op het niveau van 1965.

Gesteld stikstofdoel overbodig

De conclusie van het rapport ‘Natuur anno 2023: vallen of opstaan?’ is dat de natuur in algemene zin herstellende is. Voor de 12 procent van de soorten waarvoor dit niet geldt, is de conclusie dat de afname maar voor een relatief klein deel aan stikstofdeposities is toe te schrijven. Dat maakt het in de wet verankerde doel, om in 74 procent van de stikstofgevoelige habitats de depositie in 2035 onder de kritische depositiewaarde te krijgen, overbodig.

Over de auteur: Wilbert Beerling
Wilbert Beerling groeide op een melkveebedrijf op. Sinds 2011 werkt Wilbert bij AgriMedia waar hij nu zorg draagt voor de samenstelling van de vakbladen V-Focus...
Deel dit bericht: Facebook Twitter LinkedIn

V-focus Nieuwsbrief

Nieuwsbrief Wil je ook de nieuwsbrief ontvangen en op de hoogte blijven?