Premium | Visie en Opinie

Schimmels terugbrengen in de bodembiologie

Landbouwbodems zijn bacteriegedreven geworden. De schimmels zijn weggepest door het generaties lang sturen, beheren en controleren. Het gebruik van compost, toevoegingen daaraan en extracten ervan, ziet Jan-Willem Breukink als mogelijkheid om de bacterie-schimmelbalans te herstellen.

Melkveehouder Jan-Willem Breukink heeft sinds 2018 geen kunstmest meer gestrooid en geen chemische gewasbeschermingsmiddelen meer toegepast. Breukink zet in op natuurinclusief en regeneratief. Ook formaline of kopersulfaat komen er niet meer aan te pas in de stal, om de eenvoudige reden dat dergelijke toevoegingen de kringloop en daarmee de regeneratie van de bodem storen. Breukink: “Schimmels houden daar echt niet van. De landbouwbodem is door de gangbare praktijk bacteriegedreven geworden, de schimmels hebben we door de jaren heen weggepest. Bacteriën gaan goed op stikstof en dat is genoeg gegeven. Er is onbalans tussen beide ontstaan: 1 schimmel op 1.000 bacteriën. In het bos is het andersom: 1 bacterie op 1.000 schimmels.” Voor de landbouwbodems vindt hij dat half-half het streven moet zijn. “Ik weet nog niet hoeveel tijd en inspanning nodig is om het bodemleven weer in balans te krijgen”, vervolgt Breukink. Hij denkt niet dat noodzakelijkerwijs meerdere generaties de revue moeten passeren om de bodem te herstellen. Een van zijn sleutelwoorden is ‘versnellen’. Dat doe je door bodem- of plantendiversiteit aan te kopen. Als granulaat of zaadgoed.

In mei legde Breukink een demoveld aan met vijf compostsoorten. Hij deed dat in samenwerking met composteerder Den Ouden en het bijbehorende adviesbureau Plant Health Care (PHC). Den Ouden bracht zijn compost alsook zijn compost met eraan toegevoegd Terrapulse. Daarmee werden de eerste twee stroken van het demoveld bemest. De stroken drie en vier werden bemest met ‘boerencompost’, door Breukink zelf gemaakt met droge fractie, voerresten, vaste mest van het rundvee en stro met paardenmest en een geleende compostomzetter. Aan de boerencompost voor één van deze twee stroken werd ook Terrapulse toegevoegd. Dat is een biologisch gecertificeerd bodemverbeteringsproduct van PHC in strooibare korrelvorm. Het is gemaakt op basis van gehumificeerde druivenmost. Terrapulse zou micro-organismen bevatten die de omzetting van organische materialen in stabiele humus bevorderen. Het bevat eenvoudige koolstofverbindingen, steenmeel en fuvine. Fuvine wordt gewonnen bij de zuivering van water dat drinkwaterbedrijven op grote diepte oppompen. Fuvine maakt in de bodem gebonden elementen opneembaar, bijvoorbeeld fosfaat dat zich direct bindt aan ijzer, calcium of aluminium als het niet wordt opgenomen.

De vijfde strook werd bemest met Breukinks compost die hij probeerde te verrijken met de microbiologie van vroeger, de microbiologie die in de betreffende percelen zat voor men met kunstmest en chemische gewasbescherming startte. Deze microbiologie heeft hij ‘geoogst’ in onder andere een houtwal die lang geleden is aangeplant en waarvan de bodem naderhand niet meer verrijkt of beroerd is. “Een stukje grond waar we heel lang niet meer aan gezeten hebben waardoor de microbiologie nog origineel is”, verduidelijkt Breukink. Het oogsten van microbiologie klinkt als een laboratoriumhandeling, maar dit keer komt het erop neer dat in de afkoelfase, wanneer de compost stabiliseert en rond de 20 graden Celsius komt, eenvoudigweg grond uit de houtwal is toegevoegd. “Ik denk dat die micro-biologie die we zoeker er gewoon is, het is niet zo moeilijk. Bij welke boom of struik ik dat precies moet halen, dat weet ik nog niet. Dat is proberen en leren. We halen de grond, bekijken monsters onder de microscoop, mengen de grond in de compost en proberen de microbiologie te vinden die zich bindt aan een nieuwe gastheer; de plant in het veld. Hoe dat precies moet, daarover vergaren we nog kennis.” Aan het vergaren van die kennis over microbiologie die hij nodig heeft voor een regeneratieve bodem, trekt Breukink hard. Zijn afgevinkte leeslijst telt een schap vol boeken over de bodem en regeneratieve landbouw. Zijn netwerk heeft hij door de laatste jaren heen sterk uitgebreid. “Het is een compleet andere wereld, maar wel een die graag kennis wil delen.” Tot slot brengt hij heel wat uurtjes door achter zijn microscoop. “Kijken wat je ziet in grond, mest en compost, kijken hoeveel leven er is en proberen het leven thuis te brengen. Leerzaam.”

We weten inmiddels allemaal dat compost een goed product voor het bodemleven en de organische stof is. Wat is er nog te winnen?

“De schimmelculturen die we hebben weggepest, wil ik terugbrengen. Schimmels noem ik de dirigenten van de bodem. De schimmels in de rhizosfeer, de endo-mycorhizza – dat is de mycorhizza die de plantenwortel ingroeit – geven de boodschappen van de plant door aan schimmels die in het bodemleven zitten, en zorgt zo voor ‘u vraagt, wij draaien’. Ze krijgen het boodschappenlijstje van het gewas in de vorm van vetten, eiwitten en vooral suikers en ruilen die tegen mineralen en niet te vergeten de ecto-mycorhizza – deze zitten om de wortel en vergroten het contactoppervlak met de bodem tot wel honderd keer. Vergis je niet in het kunnen van schimmels, die zijn in staat nutriënten uit gesteente te halen. Dat is waarom ik eierschalen in de compost kan mengen en een jaar later al zie dat die beginnen te vergaan. In een bodem zonder schimmels gebeurt er niets met eierschalen; ze blijven zitten voor de volgende generatie. Hier zijn ze direct goed voor de bekalking.” 

Volgens Breukink is het proces van de wisselwerking tussen plant en schimmels op veel landbouwpercelen verre van optimaal door het verdwijnen van de schimmelculturen. “Met het voeden van de plant met zouten met N, P en K van boven, zet je de rest van het bodemvoedselweb buitenspel. Je gebruikt de bodem dan nog enkel als substraat, niet als levend organisme. Zo ben ik erover na gaan denken, de bodem ben ik als een levend organisme gaan zien. Maar zo ging ook ik er niet mee om.”

Wat is belangrijk voor goede compost?

“Maak compost die af is. Ik had snel gezien dat grote composteerders vooral inzetten op zo snel mogelijk omzetten van reststromen in compost. Onder de microscoop kan ik zien of compost wel of niet onder 60 graden Celsius is gebleven. Daarboven verlies je veel bacteriediversiteit en blijven alleen de thermoresistente bacteriën over. Dat moest dus anders. Toen ik met Den Ouden in contact kwam, merkte ik dat zij een uitzondering op de regel zijn. Enfin, een composthoop bouw je gelaagd op, houtsnippers zijn een belangrijke component. Een kuub per hectare. De snippers moeten niet te grof zijn. De grootte van de ril (een baan compost, red.) is heel belangrijk, de kern mag niet anaeroob gaan.” In principe is een kleine ril dus het veiligst. Een grote ril kan wel, maar dan moet je er de goede compostomzetter voor hebben. “Compost omzetten met een kraan kan, maar eigenlijk vind ik een omzetter wel een voorwaarde. Compost heeft geen behoefte aan licht, UV-licht doodt schimmels. Bij voorkeur ligt compost daarom binnen of afgedekt, zeker in de afkoelperiode waarin we onze eigen microbiologie of Terrapulse toevoegen. Nog belangrijker is dat het vochtgehalte op peil blijft. Je houdt compost in leven door het vochtig te houden. De vuistregel is dat je uit een vuistje compost twee druppels vocht moet kunnen knijpen. Dan hoeft er geen water bij tijdens het keren”. Compost goed maken is één, goed uitrijden is twee. “Ook hier geldt dat droogte catastrofaal is, zon en hoge temperaturen is een no-go. Amoebes en aaltjes verplaatsen zich niet snel. Als ik ze later in een grondmonster onder de microscoop niet terugzie, wat is er dan mee gebeurd? Ik denk het ergste. Compost uitrijden tussen november en maart is ideaal. Dan heeft het tijd om één te worden met de aarde en kom je geen resten in het gewas tegen in het oogstseizoen.

U wilt komend jaar een compostextract aanwenden. Hoe gaat dat?

“Op die gedachte kwam ik pas na de demo van mei. Over het goed ter aarde komen van amoebes en aaltjes gesproken, dat gaat in een vloeibare drager wellicht beter. Daarom nemen we volgend seizoen een IBC met 500 kg compost en water. Het percolaat is het extract. Hoe we de vloeistof gaan aanwenden, dat is nog even de vraag. Een spaakwielbemester zou wellicht kunnen. Die hebben we na de demo gebruikt om Injectable van PHC, dat mycorhizza’s bevat, dwars over de demostroken aan te wenden. Zo hebben we ook een strook drijfmest aangebracht dwars over de stroken.” Mycorhizza’s zijn de gunstige schimmels die in de bodem een samenwerking aangaan met het wortelsysteem van planten, en in ruil voor vooral suikers mineralen terugleveren aan de plant.

Wat ziet u als u compost onder de microscoop bekijkt?

“Te weinig amoebes, wat aaltjes en heel veel schimmelsporen, individueel of geclusterd. Amoebes en aaltjes vreten wel tot 20.000 bacteriën per dag. De uitwerpselen die dat oplevert, dat is nu plantenvoeding, geleverd door het bodemvoedselweb. Een amoebe zuigt vloeistof op als een spons en filtert de bacteriën eruit. Die schimmelsporen die we zien, is wat we toevoegen met Terrapulse of onze eigen microbiologie om de compost schimmeldominant te maken.”  

In december willen Breukink, PHC en Den Ouden de eerste resultaten van de demo presenteren aan de hand van onder andere chroma-analyses die een beeld geven van onder meer de kwaliteit van de organische stof in de bodem, de humustoestand en over zuurstofvoorziening en vochtvasthoudend vermogen. Ook willen ze dan de bacterie-schimmelbalans in kaart hebben.

De vijf proefstroken werden met een breedstrooier aangelegd. Foto: Chris Vlaanderen

De Brummenaer

Naast het houden van 180 melkoeien, houden Jan-Willem Breukink en zijn partner Michaela van Leeuwen zich bezig met diverse neventakken waaronder boerderijeducatie, agroforestry, overnachten op de boerderij, vergaderen op de boerderij en laten ze melk tot kaas maken met eigen label: De Brummenaer. Sinds 2022 is het melkveebedrijf een van de 27 demonstratiebedrijven voor natuurinclusieve landbouw van LNV. Mede dankzij dit partnerschap kunnen dergelijke demo’s worden aangelegd.

Je hebt zojuist een Premium artikel gelezen.
Het aantal premium artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit Premium artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen
Over de auteur: Jasper Lentz
Jasper Lentz (1989) is geboren in Hardenberg (Ov.) en is opgegroeid in het Drentse dorp Dalen. Na de studie Journalistiek is hij in 2013 aan...
Meer over:
Visie en Opinie
Deel dit bericht: Facebook Twitter LinkedIn

V-focus Nieuwsbrief

Nieuwsbrief Wil je ook de nieuwsbrief ontvangen en op de hoogte blijven?