Berichtenoverzicht

Resultaat AgruniekRijnvallei conform doelstelling

AgruniekRijnvallei heeft het boekjaar 2023 afgesloten met een resultaat na belasting van 1,1 miljoen euro. Dit is conform de doelstelling. De geldomzet was ruim 400 miljoen euro. In het resultaat is rekening gehouden met een nog uit te betalen prijsreductie van bijna 600.000 euro aan de afnemers.


Resultaat AgruniekRijnvallei conform doelstelling

16 apr 2024

AgruniekRijnvallei heeft het boekjaar 2023 afgesloten met een resultaat na belasting van 1,1 miljoen euro. Dit is conform de doelstelling. De geldomzet was ruim 400 miljoen euro. In het resultaat is rekening gehouden met een nog uit te betalen prijsreductie van bijna 600.000 euro aan de afnemers.

Over het afgenomen volume van 2023 wordt een prijsreductie van 1,00 euro per ton
uitbetaald aan de klanten die in januari 2024 nog steeds klant bij AgruniekRijnvallei waren. Verder wordt aan trouwe klanten een prijsreductie van 1 procent uitgekeerd over de in 2024 afgenomen gewasbeschermingsmiddelen.

In december 2023 heeft bestuurslid Herry Kok aangegeven terug te treden als bestuurslid en als commissaris en zich niet beschikbaar te stellen voor een nieuwe bestuursperiode. Het bestuur heeft besloten de vacature niet in te vullen en het aantal commissarissen geleidelijk terug te brengen naar 5 bestuursleden en twee adviseurs in 2026.

Nieuw onderzoek naar circulariteit in pluimvee en insecten

Onderzoeksorganisatie Schothorst Feed Research heeft een nieuw onderzoek aangekondigd naar circulaire voeding voor pluimvee en insecten. Het doel is een beter begrip van voer van circulaire ingrediënten op vleeskuikens en larven, en van het voeren van larven aan vleeskuikens


Nieuw onderzoek naar circulariteit in pluimvee en insecten

13 apr 2024

Onderzoeksorganisatie Schothorst Feed Research heeft een nieuw onderzoek aangekondigd naar circulaire voeding voor pluimvee en insecten. Het doel is een beter begrip van voer van circulaire ingrediënten op vleeskuikens en larven, en van het voeren van larven aan vleeskuikens

In de toekomst zal veevoer waarschijnlijk meer gewasresten, bijproducten en voedselafval bevatten, omdat een circulaire aanpak beter is voor het milieu. In dit voer zit minder zetmeel en meer vezels, ruw eiwit, vet en fytaat. Circulaire ingrediënten kunnen voor dieren moeilijker te verteren zijn. 

Insecten bevatten veel eiwitten, lipiden, vitaminen en mineralen en zijn rijk aan bioactieve stoffen.  Dit kan de gezondheid van dieren ondersteunen en de weerstand tegen ziekten verhogen. Mogelijk kan de kloof in circulaire systemen gedicht worden door insecten eiwitbronnen van lage kwaliteit om te laten zetten in voedingsmiddelen. 

Het onderzoek bestaat uit drie werkpakketten. In werkpakket 1 wordt gekeken naar het effect van circulaire ingrediënten op de prestaties van vleeskuikens. Het gaat daarbij om de (darm)gezondheid, microbioom en welzijn, gedrag, levenscyclusanalyse, maar ook het financiële aspect voor de pluimveehouder. 

Werkpakket 2 onderzoekt de effecten van circulaire voederingrediënten voor insectenlarven op de ontwikkeling, samenstelling en het microbioom van larven. In werkpakket 3 worden dezelfde aspecten geanalyseerd als in werkpakket 1, maar ditmaal wordt gekeken naar het effect van het voeren van levende larven aan vleeskuikens op de prestatie van de kuikens.

Naast Schothorst Feed Research zijn ook Aeres Hogeschool Dronten, Universiteit Utrecht en Wageningen University & Research bij het onderzoek betrokken. Het onderzoek is een publiek private samenwerking (PPS) en wordt voor de helft gefinancierd door de overheid. Tot juli 2024 kunnen geïnteresseerden zich aanmelden als partner voor het onderzoek. Het project duurt maximaal vier jaar.

Bron: Schothorst Feed Research

De toekomst van arbeid en personeel

Op het vlak van arbeid in de agrarische sector lijkt het erop dat twee spanningsvelden samenkomen. De sector extensiveert namelijk in een tijd waarin arbeid langdurig schaars zal zijn.


De toekomst van arbeid en personeel

11 apr 2024

Op het vlak van arbeid in de agrarische sector lijkt het erop dat twee spanningsvelden samenkomen. De sector extensiveert namelijk in een tijd waarin arbeid langdurig schaars zal zijn.

Over het nodig hebben van meer handen in een tijd waarin arbeid schaars is, daarover gaat de Vab-studiebijeenkomst arbeid en personeel op 23 april.

De studiebijeenkomst geeft adviseurs bagage om met de klant mee te denken over een toekomst waarin ingehuurde arbeid van groter belang is. De bijeenkomst gaat in op de arbeidsmarkt, innovatieve arbeidsvormen, beschikbaarheid en randomstandigheden waaraan de agrarisch ondernemer en dus ook zijn of haar adviseur moeten denken als er extra arbeid nodig is.

Extensivering betekent vaak minder: minder kunstmest, minder krachtvoer, minder chemische gewasbescherming, minder dieren en minder antibiotica. Maar op één vlak betekent extensivering vaak meer: arbeid. Na decennialange intensivering in combinatie met verhoging van de arbeidsproductiviteit, zal extensivering het tij soms weer keren. Dat geldt voor de veehouderij, maar evengoed voor de akkerbouw en (glas)tuinbouw.

De studiedag zoomt onder meer in op andere en nieuwe arbeidsvormen. Keynotesprekers Tycho van Bavel en Herke Bakker van de agrarisch dienstverlener Abeos Agri behandelen de veranderingen die in rap tempo op de agrarische sector afkomen.

Leren van de glastuinbouw

Van de glastuinbouw valt veel te leren als het gaat om processen die veel personeel vragen. Jacqueline Kroon van Glastuinbouw Nederland vertelt over de veranderingen die in deze sector ook volop plaats vinden, maar ook wat dit inhoudt voor de werkgeverspositie van een agrarisch ondernemer.

Juridische aspecten

Thijs de Jong en Harjo Bakker van RWV Advocaten belichten de stand van zaken op het gebied van arbeid en werpen een blik op wat er op werkgevers afkomt als het gaat om seizoenswerk, internationale arbeidskrachten en huisvesting.

Risico’s indekken

Gerard Schepers (LTO Verzekeringen) en Melissa van de Kam (LTO Arbeidskracht) zetten de zaken omtrent arbeidsrisico’s en verzekeringen op een rij. Ze behandelen zorg- en verzuimverzekeringen en schade- of aansprakelijkheidsverzekeringen en de kosten ervan, maar ook welke verschillen werkgevers tegenkomen als zij internationaal personeel aantrekken. 

Nieuwe ontwikkelingen regelgeving bewerkte dierlijke mest

Recente ontwikkelingen binnen de Europese Commissie brengen mogelijk een doorbraak voor de agrarische sector op het gebied van bemesting. Het gebruik van bewerkte dierlijke mest, als een potentieel alternatief voor kunstmest, lijkt binnen handbereik te liggen.


Nieuwe ontwikkelingen regelgeving bewerkte dierlijke mest

2 apr 2024

Recente ontwikkelingen binnen de Europese Commissie brengen mogelijk een doorbraak voor de agrarische sector op het gebied van bemesting. Het gebruik van bewerkte dierlijke mest, als een potentieel alternatief voor kunstmest, lijkt binnen handbereik te liggen.

Deze versoepeling van regels, gecommuniceerd aan demissionair minister Adema, is een lichtpuntje, maar ook een langverwachte stap. Renure, zoals bewerkte dierlijke mest – bijvoorbeeld door middel van een stripper – wordt genoemd, wordt al geruime tijd toegepast in de agrarische sector. Veehouders pleiten al lange tijd voor goedkeuring voor het gebruik ervan.

Kunstmest duur en niet duurzaam

Een belangrijk knelpunt is de beperkte hoeveelheid dierlijke mest die mag worden gebruik. Daar staat tegenover dat er meer kunstmest gebruikt mag worden. Op dit moment voeren veel boeren dierlijke mest af en kopen kunstmest aan. Dit is niet alleen kostbaar, maar ook niet erg duurzaam. Mestvergisting in combinatie met een stripper biedt een oplossing om mest te verwerken tot renure en tegelijkertijd de bedrijfsemissies te verminderen. Bovendien levert het biogas op, dat kan worden omgezet in groene stroom of groen gas. 

Monomestvergisting essentiële schakel in energietransitie

De specifieke voorwaarden met betrekking tot het gebruik van renure zullen worden vastgesteld zodra Brussel met het definitieve voorstel komt. Mestverwaarding en -vergisting is een essentieel onderdeel van de energietransitie en zal een centrale rol spelen in de kringlooplandbouw.

Bron: Joan van den Heuvel – DLV Advies
Foto: DLV Advies

Stikstofruimte inzichtelijk via Open data

De stikstofdepositieruimte die in het stikstofregistratiesysteem (SSRS) en de overige stikstofbanken is opgenomen is vanaf vandaag inzichtelijk via open data. Dat meldt Bij12.


Stikstofruimte inzichtelijk via Open data

11 mrt 2024

De stikstofdepositieruimte die in het stikstofregistratiesysteem (SSRS) en de overige stikstofbanken is opgenomen is vanaf vandaag inzichtelijk via open data. Dat meldt Bij12.

De open data is per bank in te zien via het Nationaal Georegister in een bestand met de totale hoeveelheid beschikbare stikstofdepositieruimte per hectare stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden. Projecten die aanspraak willen maken op ruimte uit een stikstofbank moeten wel passen binnen het specifieke doel van de betreffende bank.

Inmiddels is sinds 27 februari 2023 stikstofdepositieruimte voor toestemmingverlening verkregen uit de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) geregistreerd in de SSRS-bank in AERIUS Register. Ook de vrijgemaakte Srv-ruimte die bewaard wordt omdat is ingeschat dat deze niet additioneel is, is inzichtelijk via open data. Ruimte uit de Srv waarvan nu nog niet kan worden aangenomen dat deze additioneel is, wordt bewaard. De minister voor Natuur en Stikstof kan die ruimte alsnog beschikbaar stellen ten behoeve van toestemmingverlening indien uit een nadere onderbouwing blijkt dat deze ruimte wél additioneel is. Steeds wordt bezien of er mogelijkheden zijn om deze ruimte zo snel mogelijk ter beschikking te stellen voor het legaliseren van PAS-meldingen.

Toets additionaliteit

De hoeveelheid stikstofdepositieruimte die nu beschikbaar is voor toestemmingverlening is beperkt. Dit komt omdat uit de provinciale natuurdoelanalyses blijkt dat de staat van de natuur op veel plekken niet goed is. Op dit moment is er sprake van (dreigende) verslechtering in verschillende Natura 2000-gebieden, waarbij stikstofdepositie een belangrijke drukfactor is. Voor veel habitattypen en/of leefgebieden van soorten in deze gebieden kan met de op dit moment beschikbare gegevens niet met zekerheid gesteld worden dat de depositiedaling dankzij de Srv niet nodig is om de (dreigende) verslechtering tegen te gaan. Pas als dat het geval is, en wordt voldaan aan het zogenoemde ‘additionaliteitsvereiste’, mag de depositiedaling benut worden voor toestemmingverlening.

Daarom heeft er een vullingstoets op additionaliteit plaatsgevonden voor de SSRS-bank. In deze vullingstoets is gebruik gemaakt van de meest recente inzichten over de staat van de natuur uit de natuurdoelanalyses. Bij uitgifte uit de bank zal bij toestemmingverlening ook een toets plaatsvinden op additionaliteit.

Bron: Bij12.nl

‘Voer of voedsel, dat is de sleutel’

De belangrijkste functie van een voedselsysteem is het leveren van veilig en genoeg voedsel voor mensen. WUR-onderzoeker Heleen van Kernebeek wijst de weg naar een voedselsysteem dat voorziet in genoeg voedsel zonder de planetaire grenzen te overschrijden.


‘Voer of voedsel, dat is de sleutel’

5 mrt 2024

De belangrijkste functie van een voedselsysteem is het leveren van veilig en genoeg voedsel voor mensen. WUR-onderzoeker Heleen van Kernebeek wijst de weg naar een voedselsysteem dat voorziet in genoeg voedsel zonder de planetaire grenzen te overschrijden.

Staat het dier centraal in het voedselsysteem?

“Dat wordt vaak gezegd, maar is niet zo. De bodem bepaalt hoeveel voedsel geproduceerd kan worden en wat in de kringloop wordt gebracht.”

Welke rol hebben landbouwhuisdieren dan wel?

“Hoeveel landbouwhuisdieren onderdeel zijn van een voedsel­systeem, wordt uiteindelijk bepaald door onze vraag naar dierlijk eiwit. Volgens Breewood en Garnett (2020) van de universiteit van Oxford is 8 tot 17 procent van het wereldwijde landbouwoppervlak in gebruik voor de veevoerproductie terwijl het geschikt is voor de teelt van humaan voedsel. Dit heet de voer-voedselcompetitie.

Dit neemt toe als de humane vraag naar dierlijk eiwit groeit. Het verschil tussen 8 en 17 procent is groot, dat komt doordat één van de wetenschappelijke bronnen ook grasland op bodems die voor de teelt van voedsel geschikt zijn meetelt. Vanuit klimaatperspectief moeten we ons echter afvragen of we grasland wel willen omzetten in akkerbouwgrond.”

Is een dieet zonder dierlijk eiwit wenselijk?

“Een veganistisch dieet is uit het oogpunt van circulariteit ook niet optimaal. Er bestaat een optimum voor dierlijk eiwit in het dieet, waarbij op globale schaal geen voer-voedselcompetitie optreedt en er voldoende eiwit en mineralen voor de groeiende wereldbevolking wordt geproduceerd. Vee wordt dan gevoerd met coproducten van gewassen voor humane consumptie, gewasresten en zijstromen.”

Hoe ziet landbouw zonder voer-voedselcompetitie eruit?

“Met een aangepast humaan voedingspatroon – meer plantaardig, minder dierlijk eiwit – komt er akkerbouwareaal vrij. Dat creëert systeemreserves, alleen met zo’n buffer is een systeem gewapend tegen fouten en onvoorziene gebeurtenissen. Zo maakt een humaan consumptiepatroon zonder concurrentie tussen voedsel en voer, het voedselsysteem veerkrachtig.”

Voor welke ethische keuzes zet ons dat?

“Verandering van landgebruik en consumptiepatroon hebben veel impact. Is een veerkrachtig voedselsysteem die impact waard? Het gaat ten koste van verdienten in de veehouderij – hoe gaan we daar als maatschappij mee om? Hoe verdelen we schaarse bronnen als land en water? Kunnen mensen in armere landen hun voedingspatroon wel aanpassen? En zo zijn er nog veel meer vragen.”

‘Veel werk voor veel handen’

WUR-onderzoekster Heleen van Kernebeek legt in de nieuwste uitgave van V-focus nog eens uit dat de bodem het ‘centrum’ van ons voedselsysteem is. Het landbouwhuisdier is een tussenstation. Wat erin gaat komt immers van de bodem en wat eruit komt, zou weer naar de bodem terug moeten.


‘Veel werk voor veel handen’

4 mrt 2024

WUR-onderzoekster Heleen van Kernebeek legt in de nieuwste uitgave van V-focus nog eens uit dat de bodem het ‘centrum’ van ons voedselsysteem is. Het landbouwhuisdier is een tussenstation. Wat erin gaat komt immers van de bodem en wat eruit komt, zou weer naar de bodem terug moeten.

Daar zijn we het allemaal over eens. Steeds vaker tref ik veehouders die de bodem centraal stellen in hun bedrijfsvoering. ‘Bodemgekkies’ of ‘pierenboeren’, zei ik weleens. Gekkies of niet, deze olievlek verspreidt zich snel, in binnen- en buitenland. De bodemgekkies hebben zich losgemaakt van het gangbare, het systeem losgelaten: chemie eruit, kunstmest eruit, en het adaptatiemodel omarmen. Het krijgt steeds meer gevolg, ‘bodemboeren’ noem ik het nu graag. Bijna dagelijks tref ik mensen die de bodem centraal stellen in hun bedrijfsvoering. “Vooral minder doen”, zeggen ze vaak laconiek. “En meer verdienen.” Wie wil dat niet? Uit een ondervraging door WUR van melkveehouders in de Achterhoek, blijkt dat steeds meer van hen zich actief op de bodem, biodiversiteit en broeikasgasemissies richten, in plaats van op jongveeopfok, dierwelzijn en voeding.

Het artikel over een aanstaande vab-studiebijeenkomst achterin deze V-Focus, laat een ander lichtje op extensiveren schijnen: het aloude intensiveren verlichtte de arbeid. Extensiveren vraagt juist om extra handen. Niet spuiten en geen kunstmest strooien scheelt tijd, maar eropuit om ridderzuring te trekken, dat is een tijdvreter en ik denk dat de gemiddelde schoolgaande puber liever vakken vult. Arbeid blijft schaars, voorspelt de Sociaal-Economische Raad.

Goedkope internationale medewerkers ook, vult Tycho van Bavel van Abeos Agri aan. Nu komen veel arbeiders en migranten onze kant op, maar die aantallen zijn veranderlijk en dus geen langetermijnoplossing. Daar is technologie voor nodig. Of een beroep op vrijwilligers om honderden meters houtwal aan te planten. Niets mis mee. Maar het moet gezegd: als we onze landbouw veranderen, meer met, in plaats van tegen de natuur werken, dan vraagt dat veel werk voor veel handen. En dat wordt geen makkie.

Alfa en ABAB mogen fuseren

Alfa Top-Holding en ABAB Groep mogen fuseren. Dat heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) op 26 februari 2024 besloten. Er blijft volgens de Autoriteit na de fusie voldoende concurrentie over.


Alfa en ABAB mogen fuseren

29 feb 2024

Alfa Top-Holding en ABAB Groep mogen fuseren. Dat heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) op 26 februari 2024 besloten. Er blijft volgens de Autoriteit na de fusie voldoende concurrentie over.

Eind 2023 werd bekend dat de twee bedrijven een mogelijke fusie aan het onderzoeken waren. De dienstverlening en de klantenportefeuilles zouden goed bij elkaar passen. Daarnaast vullen de kantoorlocaties elkaar aan. Zo meldde Alfa destijds. Zowel Alfa als ABAB willen een onderneming zijn die volledig eigendom is van de medewerkers. Gezamenlijk tellen de bedrijven ongeveer 2.000 medewerkers. Door schaalvoordelen verwachten beide kantoren te kunnen profiteren van de benodigde investeringen in digitale producten en uitbreiding van de dienstverlening.

Wanneer de fusie wordt beklonken is nog niet bekend.