Berichtenoverzicht

ForFarmers zet meer voeders af

In het derde kwartaal van 2024 heeft diervoederfabrikant ForFarmers 2,17 miljoen ton aan voeders afgezet. Dat is 6,1 procent meer dan in dezelfde periode in 2023.


ForFarmers zet meer voeders af

5 nov 2024

In het derde kwartaal van 2024 heeft diervoederfabrikant ForFarmers 2,17 miljoen ton aan voeders afgezet. Dat is 6,1 procent meer dan in dezelfde periode in 2023.

De omzet in euro’s was 4,5 procent lager als gevolg van een daling van de grondstofprijzen. ForFarmers kende een stijging van de operationele winst van 6,3 procent naar 127,3 miljoen euro.

Pieter Wolleswinkel, CEO ForFarmers: “De sterke lijn van het eerste halfjaar zet ook in het derde kwartaal door. Onze ambitie om marktaandeel te blijven winnen, zien we terug in de volumegroei. De operationele winstgevendheid is sterk verbeterd, onder andere gedreven door de marktgerichte aanpak, gebruikmakend van onze schaal en kennis. We blijven op kostenbewustzijn inzetten.”

Universiteit Utrecht en Louis Bolk werken samen aan landbouwtransitie

De Universiteit Utrecht en het Louis Bolk Instituut tekenen op 6 november een samenwerkingsovereenkomst. De intentie van de overeenkomst is om in de toekomst intensiever en vaker samen te werken als het gaat om vragen over een duurzame en gezonde voedsel- en landbouwtransitie.


Universiteit Utrecht en Louis Bolk werken samen aan landbouwtransitie

30 okt 2024

De Universiteit Utrecht en het Louis Bolk Instituut tekenen op 6 november een samenwerkingsovereenkomst. De intentie van de overeenkomst is om in de toekomst intensiever en vaker samen te werken als het gaat om vragen over een duurzame en gezonde voedsel- en landbouwtransitie.

Met de ondertekening van de overeenkomst onderstrepen beide partijen de wens om gezamenlijke activiteiten en programma’s te ontwikkelen op het terrein van onderzoek & innovatie, onderwijs en publiekseducatie op de thema’s: duurzaam bodembeheer, biodiversiteit, klimaat, duurzame grondgebonden landbouw, innovatieve en weerbare teelten & systemen, integrative medicine & positieve gezondheid, gezonde leefstijl en voeding.

ABZ integreert productielijnen De Valk Wekerom

ABZ Diervoeding heeft de voormalige productielocaties van De Valk Wekerom de afgelopen periode volledig geïntegreerd.


ABZ integreert productielijnen De Valk Wekerom

29 okt 2024

ABZ Diervoeding heeft de voormalige productielocaties van De Valk Wekerom de afgelopen periode volledig geïntegreerd.

Het gaat hierbij om de fabriek in Lunteren en beide productielijnen in Meppel. Zowel het reguliere voer als het biologische voer, zoals dat in Meppel wordt geproduceerd, worden nu vanuit dezelfde automatisering ondersteund.

De fusie is recent afgerond. Voor de medewerkers betekent het volgens ABZ dat onderling efficiënter gewerkt kan worden. De veranderingen voor de veehouders zijn beperkt.

Meerdere wegen naar oplossing PAS-melders

Het kabinet wil zo snel als mogelijk een houdbare oplossing voor de PAS-melders en zet daarom gelijktijdig in op meerdere sporen om sneller tot die oplossingen te komen. Dat schrijft minister Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur aan de Tweede Kamer in een reactie op vragen van de VVD.


Meerdere wegen naar oplossing PAS-melders

30 sep 2024

Het kabinet wil zo snel als mogelijk een houdbare oplossing voor de PAS-melders en zet daarom gelijktijdig in op meerdere sporen om sneller tot die oplossingen te komen. Dat schrijft minister Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur aan de Tweede Kamer in een reactie op vragen van de VVD.

Wiersma hoopt te komen tot een rekenkundige ondergrens voor stikstofdepositie die juridisch houdbaar is. Zij ziet daarvoor aanknopingspunten in het recent uitgebrachte TNO-onderzoeksrapport dat in opdracht van het Interprovinciaal Overleg werd opgesteld. De minister zal op korte termijn opdracht geven voor een vervolgonderzoek. 

Er zijn tot dusver nog maar 7 PAS-melders die een onherroepelijke vergunning hebben verkregen. Daarvan zijn zes vergunningen gebaseerd op stikstofruimte uit het stikstofregistratiesysteem, en is een vergunning verleend op basis van een passende beoordeling zonder stikstofruimte.

De minister wil met de provincies in overleg over een verbrede maatwerkaanpak. Het ministerie trekt daar 226,9 miljoen euro voor uit. Het betreft geld dat al door het kabinet Rutte IV was aangekondigd in de Voorjaarsnota 2024. Het beschikbaar gestelde bedrag is lager dan de 250 miljoen euro die eerder werd genoemd omdat een deel van het budget apart wordt gehouden voor voorziene kosten

Via de steun, die via de provincies wordt verleend, kunnen ondernemers, ondersteund en begeleid worden door een vast contactpersoon vanuit de overheid, in de vorm van zaakbegeleiders. De stikstofruimte die beschikbaar komt, mag door de provincie alleen aan het legaliseren van PAS-meldingen worden uitgegeven. Provincies worden met deze regeling in staat gesteld om maatwerk te leveren binnen de voorwaarden van deze nieuwe regeling.

Voor de besteding van de middelen kan bijvoorbeeld worden gedacht aan technische oplossingen waarmee de betreffende PAS-melders binnen hun bestaande toestemming kunnen blijven en geen aanvullende vergunning meer nodig hebben voor het deel van hun activiteiten waarvoor de PAS-melding was gedaan.

Daarnaast is het mogelijk om de middelen te gebruiken om de PAS-melder financieel te ondersteunen bij het verwerven van stikstofdepositieruimte, omschakeling, de reductie van de ammoniakemissie of verplaatsing van het bedrijf, om op die manier tot een oplossing te komen.

Ook kunnen er door provincies aankopen worden gedaan – met het oog op gehele of gedeeltelijke sluiting – van bedrijven om stikstofruimte te creëren, het aankopen of extensiveren van de gemelde activiteiten, het aankopen van het hele bedrijf van de PAS-melder of het aankopen van grond voor bufferzones en ontwikkelen van bufferzones.

Bron: Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur / AgriHolland

Friesland geeft subsidie voor behoud weidevogels

Gedeputeerde Staten van Friesland hebben besloten om een subsidie van 71.788 euro te geven voor een pilot voor het behoud van weidevogels. In de pilot wordt onderzocht hoe roofvogels vanuit de lucht op een diervriendelijke manier kunnen worden tegengehouden of verjaagd om eieren en kuikens van weidevogels te pakken.


‘Stoppersregeling voor niet-stoppers’

Vorig jaar werden 2.997 Nederlandse veehouderijen als piekbelaster geclassificeerd en uitgenodigd om deel te nemen aan de ‘plusvariant’ van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijen (Lbv). Op 21 augustus hadden 305 van hen een handtekening gezet onder het voorstel van de rijksdienst. 337 beschikkingen lagen niet-ondertekend op de keukentafels van piekbelasters. Ze hebben nog tijd zich te bedenken. Aanmelden kan overigens ook nog.


‘Stoppersregeling voor niet-stoppers’

20 sep 2024

Vorig jaar werden 2.997 Nederlandse veehouderijen als piekbelaster geclassificeerd en uitgenodigd om deel te nemen aan de ‘plusvariant’ van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijen (Lbv). Op 21 augustus hadden 305 van hen een handtekening gezet onder het voorstel van de rijksdienst. 337 beschikkingen lagen niet-ondertekend op de keukentafels van piekbelasters. Ze hebben nog tijd zich te…

Van de circa 10.000 niet-piekbelasters die zijn uitgenodigd voor de Lbv hebben van de 629 ingeschreven veehouders, er 556 een beschikking ontvangen. Nog geen 100 hebben ondertekend. De regeling sloot op 1 december 2023. Bedrijven die de beschikking hebben ontvangen, hebben mogelijk nog tijd om die terug te sturen. Bekend is dat de regeling voor veehouders met afgeschreven stallen niet ‘woest aantrekkelijk’ is. Daardoor zal het doel van het verminderen van de stikstofemissie niet bereikt worden met deze beëindigingsregelingen. Als de overheid 500 ondertekende beschikkingen zou terugontvangen, betekent dit dat een krappe 4 procent van de 13.000 aangeschreven veehouderijen stopt. Trendmatig stopt twee procent van de veehouders per jaar. Op basis van het aantal bedrijfshoofden van 55 jaar en ouder zonder opvolger, verwacht Wageningen Economic Research een uitstroom van 32 procent in de komende 15 jaar, wat in de pas loopt met het huidige beeld van 2 procent stoppende veehouders per jaar. De landelijke beëindigingsregeling komt niet jaarlijks terug. Afgezet tegen natuurlijk verloop is het maar een kleine duit in het zakje.      

Toch ken ik bedrijven die deelnemen aan de regelingen en die onder andere omstandigheden, dus zonder deze economische impuls, niet waren gestopt. Ze stoppen niet volledig, maar gaan op een andere voet verder. Dat biedt niet-stoppers de mogelijkheid voor samenwerken op het gebied van voer en mest. Met bufferstroken, nieuwe natuur en zonder derogatie, wordt de behoefte hieraan alleen maar groter. Het biedt bedrijven die met grondgebonden veehouderij stoppen misschien wel evenveel perspectief als ondernemers die doorgaan.

‘Ruimte in Omgevingswet?’

Leon Claassen is projectleider bij de provincie Gelderland, en is onder meer gespecialiseerd in bodemverbetering. Claassen is betrokken bij het project Life CO2Sand waarin zandbodems worden opgewaardeerd met afgegraven klei. En bij het project Circulair Terreinbeheer, bedoeld om reststromen uit het beheer van watergangen en groene terreinen toe te passen als bijvoorbeeld bodemverbeteraars in de landbouw. 


‘Ruimte in Omgevingswet?’

18 sep 2024

Leon Claassen is projectleider bij de provincie Gelderland, en is onder meer gespecialiseerd in bodemverbetering. Claassen is betrokken bij het project Life CO2Sand waarin zandbodems worden opgewaardeerd met afgegraven klei. En bij het project Circulair Terreinbeheer, bedoeld om reststromen uit het beheer van watergangen en groene terreinen toe te passen als bijvoorbeeld bodemverbeteraars in de…

U ziet de experimenteerruimte in artikel 23.3 van de Omgevingswet als een kans voor circulaire bodemverbetering. Kunt u dat toelichten?

“Als een potentiële grondstof voor bodemverbetering ook maar iets te veel van één stofje bevat, is nu de kans verkeken om het circulair te benutten en komt het in de afvalverwerking terecht. De huidige bodemregels bieden weinig mogelijkheden om van de voorschriften af te wijken. Dat zet een rem op circulaire bodemverbetering. Maar de experimenteerruimte waarin de Omgevingswet voorziet, maakt afwijken van de wet mogelijk mits de omgeving verbetert.”

Kunt u een voorbeeld noemen van hoe initiatieven stranden in wet- en regelgeving?

“In het waterwingebied Haarlose Veld/Eibergen stonden agrariërs, het waterschap en de gemeente te trappelen om een betere bodemverbeteraar te maken door mest en maaisel te mengen. Maar als een boer mest en maaisel mengt, maakt hij extra mest en dat telt mee in de mestboekhouding. Dan houdt het voor de gemiddelde boer snel op. Maaisel zonder bewerking aanwenden mag dan weer wel, maar dat is geen optimale vorm van bodemverbetering. Dit soort regels zijn hindernissen op de weg naar circulariteit en kringlooplandbouw.”

Hoe krijgt een ondernemer of instantie experimenteerruimte?

“Daar moet je veel voor doen. De ruimte kan alleen worden verkregen via een algemene maatregel van bestuur (AMvB), verstrekt door de minister. Dit hoeft niet op perceel- of erfniveau, maar kan op gebiedsniveau, en dit kun je dus met meerdere gebiedspartijen samen aanvragen.”

Passen lokale bodemverbeteraars?

“De lokale kringloopgedachte en circulariteit passen in de Omgevingswet. Wil je bijvoorbeeld maaisel uit openbaar groen afzetten en verwerken in de landbouw, benoem dan de pluspunten voor de omgeving. Alleen als de omgeving er voordeel van kan verwachten, wordt experimenteerruimte toegekend. Als aan de verwachtingen wordt voldaan, kan experimenteerruimte permanent worden.”

Melken voor Morgen 2024: sprekers

Het jaarlijkse kennisevenement Melken voor Morgen vindt in 2024 plaats op woensdag 9 oktober bij Kaasboederij Verweij in Polsbroek (U). De vier sprekers hieronder geven invulling aan het thema ‘benutten van het genetische potentieel’. In elke sessie is er ruimte voor discussie en vragen. Aan het einde van de dag is er een bedrijfsrondleiding en een borrel.


Melken voor Morgen 2024: sprekers

12 sep 2024

Het jaarlijkse kennisevenement Melken voor Morgen vindt in 2024 plaats op woensdag 9 oktober bij Kaasboederij Verweij in Polsbroek (U). De vier sprekers hieronder geven invulling aan het thema ‘benutten van het genetische potentieel’. In elke sessie is er ruimte voor discussie en vragen. Aan het einde van de dag is er een bedrijfsrondleiding en een borrel.

Veranderende fokdoelen

WUR-hoogleraar fokkerij en genomica Mario Calus is opgegroeid op een gemengd bedrijf met melkvee en akkerbouw en studeerde dierwetenschappen aan Wageningen Universiteit met als specialisatie veefokkerij. Ook zijn promotieonderzoek voerde hij uit in Wageningen. Daarna ging hij er aan het werk als onderzoeker. Calus is gespecialiseerd in fokkerij op basis van genoomfokwaarden.

Mario Calus trapt Melken voor Morgen af. Hij gaat in op fokdoelen en hoe deze veranderen, op selectie met en zonder genomica en op genetische vooruitgang met een oog op de toekomst van genetische verbeteringen in de melkveehouderij. Calus zal uitleggen waarom fokdoelen in de tijd snel kunnen veranderen en laat mogelijkheden zien van verbeteren van meerdere individuele kenmerken, zoals melkproductie en vruchtbaarheid.

Waarom de Nederlandse koe niet ouder wordt

Koeien met een langere levensduur presteren economisch beter, dat is geen nieuws. Meer verdienen met melken, dat wil iedereen. De vraag is dus waarom onze koeien niet wezenlijk ouder worden. Dat koeien niet ouder worden, ligt niet aan gebrek aan genetische aanleg. Die genetische aanleg is er. Genetische potentieel schuilt volgens Willem van Laarhoven, de tweede spreker van Melken voor Morgen, in het verbeteren van specifieke kenmerken en kwaliteiten. Waaraan ligt het dan wel dat onze koeien niet ouder worden? Van Laarhoven buigt zich over deze vraag tijdens Melken voor Morgen.

Van Laarhoven stelt dat het melkveehouders nog altijd veel meer te doen is om de melkproductie dan om de levensduur van koeien. Na de invoering van het fosfaatquotum zijn de Nederlandse melkkoeien wel ouder geworden. Niet omdat de koeien toen gezonder zijn geworden, of productiever. De enige reden dat de Nederlandse melkkoeien toen ouder begonnen te worden, is dat melkveehouders zich ervan bewust werden dat ze jongveefosfaat konden gebruiken voor melkproductie en dus hielden ze minder jongvee aan waardoor een melkkoe langer mee moet. Vooral de melkproductie wordt door melkveehouders één op één in verband gebracht met de bedrijfseconomie. Hier worden echter enkele stations gepasseerd.

Fokkerij en maatschappij

De melkveehouderij is geen business op zichzelf, maar staat midden in de samenleving. Deze maatschappelijke omgeving heeft beelden en verwachtingen die soms botsen met de ontwikkelingen in de sector. Dit raakt ook de fokkerij. Karel de Greef is onderzoeker Veehouderij en Maatschappij bij Wageningen Livestock Research. Tijdens Melken voor Morgen 2024 zal De Greef verkennen hoe dat zit met maatschappelijke acceptatie dan wel afwijzing. Waarom loopt dit in bijvoorbeeld de varkenshouderij zo anders dan in de melkveehouderij? In zijn lezing heeft De Greef bovendien aandacht voor de rol van de dierenwelzijnsorganisaties en voor dierwaardigheid. Vanuit de politiek is gekozen om de gedachtelijn ‘dierwaardige veehouderij’ centraal te stellen. Wat houdt dit in, en wat zijn de te verwachten consequenties voor de koe van de toekomst?

Vruchtbaarheid in vreemde handen

Het gezicht achter inseminatieservice Oost-Nederland is dat van Wim Kraaijenzank. Kraaijenzank was zelf melkveehouder en maakte na die tijd carrière bij ABS Duitsland waar hij het concept RMS-inseminatie omarmde. Het is een compleet vruchtbaarheidspakket waarbij het dagelijkse werk rond vruchtbaarheid de melkveehouder uit handen wordt genomen. RMS staat voor Reproductive Management Systems. Met twee collega’s komt Kraaijenzank 364 dagen per jaar op elk bedrijf dat ze bedienen. Inseminatieservice Oost-Nederland werkt in de Achterhoek en Twente. Sperma wordt niet geleverd en ook de stierkeuze is aan de boer. Zorgen dat de koeien drachtig worden inclusief drachtcontrole en opstarten van synchronisatieprotocollen als  koeien niet drachtig worden, dat doet de inseminatieservice.

Tijdens Melken voor Morgen geeft Kraaijenzank verdere uitleg over de RMS-methode, het werken met de kengetallen CR, IR en PR en vertelt wat hierin haalbaar is als de vruchtbaarheid voor rekening komt van een vast en gespecialiseerd team. Naast op de werkwijze, gaat Kraaijenzank in op de kosten en voorwaarden van inseminatieservice. Ook behandeld Kraaijenzank enkele praktijkcasussen waarin hij laat zien dat ook met gesekst sperma zeer goede inseminatieresultaten haalbaar zijn en hoe een zoektocht naar een vruchtbaarheidsprobleem uiteindelijk eindigde bij de technicus.

Aanmelden

Aanmelden voor deelname aan het kennisevenement Melken voor Morgen kan hier. Melkveehouders en veeartsen die het vakblad V-Focus, Elite of Veehouderij Techniek lezen, betalen slechts 49,50 euro. Overige bezoekers betalen 149,50 euro. Aanmelden kan hier.