Column

Boeren met natuur blijft een hobby

Al vele jaren volg ik het gespit in de voortuin van mijn ouderlijke boerderij. Ik weet niet meer precies in welk gehucht die boerderij staat, want de plaatsnaam verandert nog wel eens. De provincie Groningen, de gemeente Vlagwedde (Zuid-Oost Groningen) en projectontwikkelaars zijn namelijk al vele jaren bezig het gebied terug te brengen in zijn oorspronkelijke staat, waarbij het referentiebeeld het historische landschap rond 1900 is. Toentertijd werd deze streek gekarakteriseerd door veel natuur in combinatie met grondgebonden landbouw.

Had onze boerderij eerst uitzicht over relatief kleine kavels met verschillende landbouwgewassen en op de achtergrond de Duitse windmolenparken, tegenwoordig grenst de nieuwe natuur tot aan de schuurdeur. Het riviertje de Ruiten Aa – recht getrokken in de jaren ’60 – is in de oude kronkelige staat teruggebracht en meandert prachtig door het landschap. Ook heeft het moeras weer de ruimte gekregen om zich uit te breiden, van oudsher horen die veenmoerassen bij de streek. Maar of je daar blij mee moet zijn? De oorspronkelijke bewoners weten maar al te goed in welke stukken bosgebied je absoluut niet moet komen. Natuurlijk heb ook ik die waarschuwingen eens in de wind geslagen, en jawel, een van mijn mede-nieuwschierigen zakte in één tel tot bijna haar middel door de bodem. Sindsdien neem ik de verhalen van boeren over uitgebroken vee dat nimmer terugkeerde uit het moerasgebied voor waarheid aan.

Impuls voor recreatie

Zuid-Oost Groningen is een relatief arm gebied met een hoge werkloosheid. Het gegraaf en gespit in het gebied worden dan ook gerechtvaardigd door de impuls die hiermee wordt gegeven aan de economie, middels onder meer recreatie. Ook voor boeren geeft dit nieuwe kansen, aldus overheden en projectontwikkelaars. Er zijn wandelpaden aangelegd en de Ruiten Aa is voorzien van kano-steigers. Sinds 2009 kijkt onze boerderij uit op een wandelpad, maar een wandelaar hebben we er nog niet gezien. Alleen buurman wandelde er dagelijks met zijn hondjes, totdat er een bord werd geplaatst: geen toegang met honden. De Ruiten Aa zou een kano-paradijs moeten worden, maar ook een kano vaart hier niet. Het riviertje heeft sinds de ingrepen last van overmatige plantengroei.

Sinds de steile oevers van de Ruiten Aa zijn afgeplat, groeit het riviertje al snel dicht.

Met een groepje wandelaars meld ik me bij de ingang van het natuurgebied, vlak naast onze boerderij. De eerste wandelaar – een stadse meneer – haakt al direct af bij het zien van het 80 centimeter hoge gras op het looppad. Hij acht het risico op een tekenbeet en de ziekte van Lyme te groot. Deze streek kent de hoogste besmette tekenbeet-incidentie van Nederland, is zijn argument. Die constatering klopt, of dat te maken heeft met al die nieuwe natuur?

Verder blijkt een bord met waarschuwing voor een mogelijke stier in het gebied ook niet echt een publiekstrekker. Dát is de reden dat groepsgenoot nummer 2 afhaakt.

Het gras op het looppad is zo’n 80 cm  hoog. De beloofde grote aantallen recreanten zijn nog in geen velden of wegen te bekennen.

We banen ons een weg door het lange gras. Wat opvalt is dat de brandnetels en distels zijn verdwenen – in voorgaande jaren waren die in grote aantallen aanwezig. We komen bij de percelen waar een buurman koren verbouwt. Bemesten mag hij alleen met stalmest en bestrijdingsmiddelen zijn uit den boze. Het koren is amper terug te vinden tussen de meldes en andere kruiden. Hier krijgt de maaidorser geen werk, zegt de boer in het gezelschap. Buurman schaamt zich ervoor, dat zijn gewassen er zo bijliggen. Boeren met natuur kost in bedrijfseconomisch opzicht niet veel, maar levert ook niet veel.

Het koren van buurman is verrijkt met meldes en andere kruiden.

Verderop ligt de kleine kudde jongvee (vleesvee), eigendom van een andere buurman, in een afgegraven laagte langs het water. De dieren zien er goed uit, het is een mooi gezicht. Ze staan op, reageren wat schrikkerig, als we passeren. De dieren worden op biologische wijze gehouden en hun vlees wordt lokaal verkocht. Een stadse mevrouw die biologisch prefereert blieft het vlees desondanks toch niet. Want het vlees is ingevroren, biologisch vlees hoort altijd vers te zijn.

Ik vraag me af hoe de boeren in dit gebied een inkomen moeten verdienen. Boeren met natuur klinkt mooi, maar in de praktijk blijkt het een hobby.

In de nieuwe natuur wordt een klein koppeltje vleesvee gehouden.

V-focus Nieuwsbrief

Nieuwsbrief Wil je ook de nieuwsbrief ontvangen en op de hoogte blijven?