Berichtenoverzicht

Britse landbouw vijf jaar na Brexit

Het Verenigd Koninkrijk heeft in 2020 formeel de Europese Unie verlaten. Wat zijn na vijf jaar de gevolgen voor Britse landbouwers als direct gevolg van de Brexit. Met het uittreden uit de EU voert het VK niet langer het EU Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. De vier deellanden van het VK zijn nu zelf verantwoordelijk voor het landbouwbeleid. […]


Britse landbouw vijf jaar na Brexit

6 mei 2025

Het Verenigd Koninkrijk heeft in 2020 formeel de Europese Unie verlaten. Wat zijn na vijf jaar de gevolgen voor Britse landbouwers als direct gevolg van de Brexit.

Met het uittreden uit de EU voert het VK niet langer het EU Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. De vier deellanden van het VK zijn nu zelf verantwoordelijk voor het landbouwbeleid.

In Engeland is de regering gestart met de uitfasering van de hectarebetalingen. In plaats hiervan heeft de regering vrijwillige zogeheten Environmental Land Management-programma’s geïntroduceerd. Deze programma’s zijn bedoeld om boeren te stimuleren maatregelen toe te passen die bijdragen aan de verbetering van het milieu, het behoud en herstel van de natuur en aan klimaatmitigatie en -adaptatie. Ze vragen nieuwe inspanningen onder het motto publiek geld voor publieke diensten.

Nog wel hectarepremies in Schotland, Wales en Noord Ierland

In Schotland, Wales en Noord Ierland ontvangen boeren nog hectarebetalingen, maar ook deze landen gaan de betalingsprogramma’s hervormen. Wat de lange-termijn impact is van de veranderingen in het landbouwbeleid op de inkomens van boeren, de voedselproductie, de natuur en het klimaat is nog onduidelijk.

Douanekwesties

Een belangrijk gevolg van de Brexit voor de Britse landbouw zijn de eisen en controles bij de uitvoer van producten naar de EU. Vóór de Brexit waren deze op basis van de interne marktregels beperkt. De extra administratie en kosten voor de controles zijn in het bijzonder problematisch voor kleine exporteurs van landbouwproducten en voedsel. Het exportvolume van de Britse voedingsmiddelen en dranken naar de EU is sinds 2019 met 34 procent afgenomen.

De vorige Britse regering beloofde de administratieve lasten te verminderen door één digitaal platform te introduceren, het Single Trade Window, waar importeurs en exporteurs alle nodige documentatie kunnen uploaden. Maar de huidige regering heeft dit voorstel tot tenminste 2026 in de ijskast gezet.

Handel tussen Nederland en VK

Het VK is een van de belangrijkste handelspartners van Nederland. De certificeringseisen en controles bij de grenspassage blijven een uitdaging vormen voor veel Nederlandse bedrijven. Ze zijn vooral belastend bij de handel in bederfelijke producten zoals fruit, groenten en vlees. De meest recente analyse van Wageningen Universiteit laat zien dat de groei van de waarde van de Nederlandse landbouwexport naar het Verenigd Koninkrijk sinds de Brexit is achtergebleven ten opzichte van de export naar EU-markten.

Visumplicht voor nieuwe werknemers uit de EU

Vóór de Brexit waren veel van de werknemers werkzaam in de fruit- en groentesector en in de voedselverwerkende industrie afkomstig uit andere EU-landen. Sinds de Brexit geldt voor EU-burgers dat zij een werkvisum nodig hebben in het Verenigd koninkrijk. Er zijn nu minder arbeidskrachten uit EU-landen in het VK. In 2019 is wel een visumprogramma voor seizoensmedewerkers geïntroduceerd. Alsnog kent mensen uit de EU te werk stellen in het VK meer administratieve lasten.

Om personeelstekorten te vermijden heeft de regering in 2019 het zogeheten Seasonal Workers Scheme heringevoerd. Dit visumprogramma biedt bedrijven de mogelijkheid om werknemers uit het buitenland in te huren voor een beperkte periode, in de meeste gevallen maximaal zes maanden, om seizoensgebonden werk te verrichten. De nieuwe immigratieregels betekenen hoe dan ook voor werkgevers extra administratieve lasten en kosten.

Bron: Agroberichten Buitenland

Foto: Christoph Scholz, CC BY-SA 2.0 https://creativecommons.org/licenses/by-sa/2.0, via Wikimedia Commons

Vlaamse hooikoortsstudie: kritiek op kritiek

Graspollen vertonen meer allergeniciteit als ze op bemeste bodem groeien. Dat is bewezen, stelt onderzoeker Tobias Ceulemans. Kritiek vanuit de landbouw op een studie die concludeert dat bemesting van grasland een risico voor de volksgezondheid vormt, pareert Ceulemans. Onderzoekers van de universiteit Leuven (BE) hebben aangetoond dat stikstofbemesting in graslanden leidt tot aanzienlijk meer pollenproductie, […]


Vlaamse hooikoortsstudie: kritiek op kritiek

1 mei 2025

Graspollen vertonen meer allergeniciteit als ze op bemeste bodem groeien. Dat is bewezen, stelt onderzoeker Tobias Ceulemans. Kritiek vanuit de landbouw op een studie die concludeert dat bemesting van grasland een risico voor de volksgezondheid vormt, pareert Ceulemans.

Onderzoekers van de universiteit Leuven (BE) hebben aangetoond dat stikstofbemesting in graslanden leidt tot aanzienlijk meer pollenproductie, wat vervolgens sterkere allergische reacties bij hooikoortspatiënten kan veroorzaken, doordat de pollen van bemeste grassen meer allergeen zijn. Bemest grasland produceerde zes keer meer stuifmeel, maar had slechts twee tot drie keer meer gewasopbrengst. De studie toont zo niet alleen de ecologische, maar ook de mogelijke volksgezondheids­gevolgen van stikstofbemesting. De studie verscheen in The Lancet Planetary Health.

De Vlaamse landbouw reageert fel op deze conclusies. Volgens de Boerenbond en onderzoekers van het Landbouwcentrum voor Voedergewassen worden de meeste graslanden gemaaid voordat het gras in bloei komt, waardoor het genoemde stuifmeeleffect zich nauwelijks voordoet. Ze noemen de studie theoretisch en weinig realistisch, en vinden het een brug te ver om bemest grasland rechtstreeks te koppelen aan negatieve gezondheidseffecten.

Onderzoeker Tobias Ceulemans van de universiteit Antwerpen veegt de kritiek van de landbouw echter van tafel. Hij bevestigd dat raaigrasvelden inderdaad gemaaid worden voor zich pollen vormen. De studie richtte zich echter op graslanden waarin grote vossenstaart domineert. Dit is een zeer vroeg bloeiend gras. Bemeste vossenstaartgraslanden maken een significant deel uit van het areaal aan landbouwgraslanden volgens Ceulemans.

Bovendien wijst Ceulemans erop dat stikstofbemesting op raaigrasvelden ook in naastgelegen bermen of andersoortige terreinen invloed kan hebben waardoor de planten aldaar meer stuifmeel kunnen produceren. Tot slot benadrukt hij dat het een veldstudie betreft en geen laboratoriumproef onder gecontroleerde omstandigheden.  

Bron: Vilt

Foto: Jonas Frei, Kleinandelfingen, infoflora.ch

‘Strengere bescherming voor termen melk en kaas’

De Internationale Zuivelfederatie (IDF) roept op tot strengere bescherming van zuivelgerelateerde termen, zoals melk en kaas. Volgens de organisatie is dit noodzakelijk nu er steeds meer producten op de markt komen die via kweektechnologie worden geproduceerd.


‘Strengere bescherming voor termen melk en kaas’

29 apr 2025

De Internationale Zuivelfederatie (IDF) roept op tot strengere bescherming van zuivelgerelateerde termen, zoals melk en kaas. Volgens de organisatie is dit noodzakelijk nu er steeds meer producten op de markt komen die via kweektechnologie worden geproduceerd.

De IDF benadrukt dat innovatie welkom is, maar dat consumenten duidelijk moeten kunnen herkennen of een product afkomstig is van een melkgevend dier of via andere technologieën is ontwikkeld. “Duidelijke en eerlijke etikettering is essentieel”, aldus de federatie.

De IDF verwijst naar de Codex General Standard for the Use of Dairy Terms (GSUDT), een internationale standaard opgesteld in 1999, waarin staat dat alleen producten afkomstig van melkgevende dieren het label ‘melk’ mogen dragen. Volgens deze definitie is melk “de normale afscheiding van het melkorgaan van een melkgevend dier, zonder toevoegingen of verwijderingen, bedoeld voor directe consumptie of verdere verwerking.”

Met de oproep wil de IDF wereldwijd bewustwording creëren en beleidsmakers aansporen tot actie, zodat traditionele zuivelproducten beschermd blijven tegen verwarrende marketing door alternatieve producten.

Belgische PAS-referentietool beschikbaar

De tool waarmee boeren in België hun PAS-referentie 2030 kunnen berekenen, staat online. De PAS-referentie 2030 bepaalt hoe het stikstofdecreet op bedrijfsniveau uitgevoerd moet worden.


Geen derogatie kost tot 580 hectare meer

Om de gevolgen van het wegvallen van de derogatie in beeld te krijgen, maken twee Koeien&Kansen-bedrijven sinds 2023 geen gebruik van de afbouwfase. In plaats daarvan zijn de bedrijven direct naar de norm van 170 kg stikstof per hectare overgestapt.


Geen derogatie kost tot 580 hectare meer

15 apr 2025

Om de gevolgen van het wegvallen van de derogatie in beeld te krijgen, maken twee Koeien&Kansen-bedrijven sinds 2023 geen gebruik van de afbouwfase. In plaats daarvan zijn de bedrijven direct naar de norm van 170 kg stikstof per hectare overgestapt.

In deze pilot zijn de economische gevolgen per hectare berekend. Door minder subsidie voor blijvend grasland, meer aankoop van kunstmest en meer mestafvoer, is de inkomensderving voor het ene bedrijf 500 euro per hectare en voor het andere bedrijf 580 euro. Het verschil van 80 euro ontstaat doordat het ene bedrijf meer compensatie zou krijgen voor de verlaging van de gebruiksnorm binnen de derogatie. Het uitgangspunt is dat kunstmest wordt aangekocht om de stikstof en fosfaat en kali die méér worden afgevoerd in drijfmest volledig te compenseren. De praktijk is dat op korte termijn wordt bespaard op fosfaat- en kalibemesting. Milieutechnisch levert dat op korte termijn 10 tot 15 procent minder stikstofbodemoverschot en 5 procent minder ammoniakemissie, omdat minder mest wordt uitgereden.

Geen zuivel- en vleesreclame meer in Nijmegen

Nijmegen heeft reclame voor vlees, zuivel, vliegvakanties, cruises, fossiele brandstoffen, auto’s met brandstofmotoren in publieke ruimten en gebieden verboden. Daarmee volgt Nijmegen de steden Haarlem, Bloemendaal en Utrecht. Nijmegen heeft na Amsterdam als tweede stad van Nederland en de 37e stad wereldwijd de ‘plant based treaty’ onderschreven. De ban op reclames voor onder meer vlees […]


Geen zuivel- en vleesreclame meer in Nijmegen

8 apr 2025

Nijmegen heeft reclame voor vlees, zuivel, vliegvakanties, cruises, fossiele brandstoffen, auto’s met brandstofmotoren in publieke ruimten en gebieden verboden. Daarmee volgt Nijmegen de steden Haarlem, Bloemendaal en Utrecht.

Nijmegen heeft na Amsterdam als tweede stad van Nederland en de 37e stad wereldwijd de ‘plant based treaty’ onderschreven. De ban op reclames voor onder meer vlees in bushokjes en  komt voort uit deze toenadering die grofweg inhoudt dat Nijmegen uitbreiding van slachthuizen en intensieve veehouderij niet zal toestaan, actief bijdraagt aan promotie van plantaardige voedselpatronen en werkt aan herstel van ecosystemen en herstructurering van het landschap.

Bronnen: o.a. Martin Bowman

Foto: Pixabay

Mosa Meat verzoekt om toelating novel food

De Maastrichtse pionier op het gebied van kweekvlees, Mosa Meat, heeft in januari laten weten een verzoek te hebben ingediend voor de markttoelating van gecultiveerd vet als ingrediënt van hybride rundvleesalternatieven.   


Mosa Meat verzoekt om toelating novel food

8 apr 2025

De Maastrichtse pionier op het gebied van kweekvlees, Mosa Meat, heeft in januari laten weten een verzoek te hebben ingediend voor de markttoelating van gecultiveerd vet als ingrediënt van hybride rundvleesalternatieven.   

Mosa Meat legt in een nieuwsbericht uit dat de EU in het toelatingsproces van zogenoemde ‘novel foods’ op basis van individuele ingrediënten toets en niet als eindproduct, zoals dat gebeurt in Singapore waar al kweekvlees verkrijgbaar is. Omdat vet een cruciale rol speelt in smaak, textuur en aroma van rundvlees, is hiervoor als eerst om toelating verzocht. Zo legt Mosa Meat uit die claimt de tweede te zijn die voor een gecultiveerd vleesingrediënt een toelating als ‘novel food’ aanvraagt. De Europese Commissie en Europese voedselwaakhond EFSA hebben volgens het bericht van Mosa Meat 18 maanden nodig om te beslissen.

‘Novel foods’ of nieuwe voedingsmiddelen zijn ingrediënten of producten die voorheen (voor 1997) nog niet als voedingsmiddel verkocht werden in de Europese Unie. Kweekvlees is een voorbeeld, maar ook insectenproducten, sap uit cacaopulp, poeder van de maqui-bes en producten die zijn gemaakt met behulp van algen, schimmels of micro-organismen. De Europese Commissie kent een lijst met de zogenoemde nieuwe voedingsmiddelen.

Bronnen: Mosa Meat, NVWA, Europese Commissie  

Vogelgriepvirus overleeft in kaas van rauwe melk – Lagere pH kan helpen

Een studie van Cornell University heeft aangetoond dat het rijpen van kaas van rauwe melk gedurende 60 dagen niet effectief is in het elimineren van het hoogpathogene vogelgriepvirus H5N1. Verwarmen van rauwe melk of het produceren van kaas bij een pH-waarde van 5 of lager kan wel effectief zijn.


Vogelgriepvirus overleeft in kaas van rauwe melk – Lagere pH kan helpen

25 mrt 2025

Een studie van Cornell University heeft aangetoond dat het rijpen van kaas van rauwe melk gedurende 60 dagen niet effectief is in het elimineren van het hoogpathogene vogelgriepvirus H5N1. Verwarmen van rauwe melk of het produceren van kaas bij een pH-waarde van 5 of lager kan wel effectief zijn.

Volgens de Amerikaanse regelgeving moeten kazen die van ongepasteuriseerde melk worden gemaakt, minimaal 60 dagen rijpen bij een temperatuur van ten minste 1,67 °C om bacteriële pathogenen uit te schakelen. Tot nu toe was het onbekend of dit proces ook het vogelgriepvirus (HPAI H5N1) inactiveert. Vanwege de recente uitbraak van het virus onder Noord-Amerikaanse melkvee, was er behoefte aan meer onderzoek.

De onderzoekers van Cornell onderzochten de stabiliteit van het virus in rauwmelkse kaas tijdens productie en rijping bij verschillende pH-waarden (6.6, 5.8 en 5.0). Hiervoor werd een mini-kaasmodel gebruikt waarin rauwe melk kunstmatig met het virus werd besmet. Monsters werden verzameld op verschillende momenten tijdens het proces, zoals direct na besmetting, na pH-aanpassing en na verwarming bij 34 en 40 graden Celsius. De resultaten toonden aan dat de virale belasting in kaas met een pH van 5.0 aanzienlijk lager was dan bij de pH-groepen van 5.8 en 6.6. In de pH 5.0-groep werd zelfs geen infectieus virus gedetecteerd, wat wijst op een pH-afhankelijke stabiliteit van het virus.

Vervolgens werd onderzocht of het virus gedurende de verplichte 60-daagse rijpingsperiode zou worden geïnactiveerd. Hiervoor werden kazen gemaakt van commercieel verkrijgbare rauwe melk afkomstig van een boerderij waar een vogelgriepvirus-uitbraak had plaatsgevonden. Gedurende de rijping, bij 4 graden, werden regelmatig monsters genomen. De resultaten toonden aan dat het virus gedurende de hele periode stabiel bleef in kaas met een pH van 6.6 en 5.8. Bij een pH van 5.0 overleefde het virus het kaasproductieproces niet.

De onderzoekers benadrukken dat deze bevindingen wijzen op een potentieel gezondheidsrisico bij het consumeren van rauwmelkse kaas en dat extra maatregelen nodig kunnen zijn om menselijke blootstelling aan het virus te voorkomen.

Bron: Cornell University