Onderzoek en Beleid

Perspectief voor mais in grasland

De gangbare maïsteelt is nadelig voor het bodemleven en de bodemkwaliteit. Onderzoek van het Louis Bolk Instituut laat zien hoe je maïs kunt verbouwen zonder te ploegen en zonder het spuiten van onkruidverdelgers.

Maïs werd ingezaaid in grasland en de opbrengst was bij de verschillende proefopstellingen vergelijkbaar. Regenwormen bleken juist te floreren naarmate de bodem minder werd verstoord, bijvoorbeeld door een strook gras tussen de maïs te laten staan.

In Nederland wordt zo’n 200.000 hectare (snij)maïs geteeld. Daarmee is maïs het meest verbouwde akkerbouwgewas in Nederland. De maïs dient als veevoer en is onmisbaar voor Nederlandse melkveehouders. De keuze voor maïs ligt volgens onderzoeker Joachim Deru voor de hand: “Maïs produceert in ongeveer zes maanden tijd meer biomassa dan gras in een heel jaar, en het hoge zetmeelgehalte vult het eiwitrijke gras aan voor de koe”, verklaart hij. Wel is maïs een gewas dat erg gevoelig is voor onkruid. “Als er ergens onkruid staat in het perceel, kleurt de maïs lichter en zie je dat terug in de opbrengst. Het is voor melkveehouders dus heel belangrijk om dit goed onder de duim te houden.”

Bodemleven

Dus volgt conventionele teelt doorgaans een vast patroon: de bestaande vegetatie wordt vaak eerst bespoten met glyfosaat (een chemische onkruidverdelger) waarna de bodem wordt omgeploegd. Vervolgens wordt er tijdens de groei van de mais een tweede keer gespoten met een mix van onkruidverdelgers. Effectief voor het tegengaan van onkruid, maar ongunstig voor de bodemkwaliteit en schadelijk voor het bodemleven. Bovendien worden residuen van de gebruikte middelen in het grondwater teruggevonden. Door het omploegen komen voedingsstoffen weliswaar snel vrij in de bodem, maar dit kan leiden tot veel uitspoeling van nitraat. Voor de waterkwaliteit is dat dus ongunstig. Het steeds maar omploegen of doodspuiten van de onderbegroeiing is ook niet bevorderlijk voor de biodiversiteit.

De hamvraag in het onderzoek is daarom: Hoe kun je maïs telen zonder de bodem om te ploegen en zonder onkruidverdelgers? Niet ploegen is goed nieuws voor de regenwormen. In een eerdere studie van het Louis Bolk Instituut werd maïs ingezaaid in permanent grasland. Water infiltreerde veel sneller en het aantal wormen lag zelfs vier keer zo hoog als op de controlevelden waar wel geploegd werd. “Bij het ploegen leggen veel regenwormen het loodje”, legt Deru uit. “Terwijl wormen ervoor zorgen dat de grond luchtig blijft, vooral in de bovenste lagen. Hierdoor kunnen planten beter wortelen en kan water beter infiltreren in de bodem. Daarnaast spelen wormen een belangrijke rol bij het vrijmaken van nutriënten voor de planten.”

In het onderzoek zijn verschillende soorten niet-kerende grondbewerking uitgetest in een proefveld in Drenthe waar gras stond. In een van de proefopstellingen werd als controle alleen gespoten met onkruidverdelgers (voor het inzaaien en tijdens het groeiseizoen). Op andere proefvelden werd de grond gemulcht. Hierbij wordt de graszode gemengd met de bovenste bodemlaag van zo’n 4 centimeter. Onkruidbestrijding volgde later in het seizoen, mechanisch (wiedeggen en aanaarden) of door spuiten. De laatste behandeling leek hierop, alleen werd in dit geval een strook gras van zo’n 15 centimeter gespaard. “Door een stuk gras te sparen houd je permanente begroeiing onder de maïs. Dat is een mooi systeem waarbij je een soort vluchtstrook voor regenwormen en insecten creëert.”

En de resultaten zijn veelbelovend: Het aantal regenwormen lag aanzienlijk hoger in de proefvelden waar een strook gras bleef staan vergeleken met de velden die volledig werden gemulcht. De biomassa van regenwormen ligt het hoogst als je vervolgens het onkruid bestrijdt met spuiten. Mechanisch wieden blijkt dus ongunstig voor regenwormen, maar is nog steeds beter voor de wormen dan het hele veld mulchen. En dat terwijl de opbrengst maar een fractie lager uitviel wanneer je stroken gras liet staan. 

Het hebben van permanente onderbegroeiing, zoals gras, heeft volgens de onderzoeker diverse voordelen. “Het telen van een eenjarig gewas als maïs is heel intensief voor de bodem, maar door onderbegroeiing te laten staan en niet te ploegen simuleer je de positieve eigenschappen van permanent grasland voor de bodem. Je kunt zo veel ecosysteemdiensten behouden.  Zo is de afbraak van organische stof meer geleidelijk en in balans met de opbouw, en wordt de bodemstructuur verbeterd waarmee water sneller opgenomen kan worden. Je zou kunnen zeggen dat we de maïsteelt een permanent karakter geven en zo een beetje de kant van agroforestry opduwen. De mix van langjarige en eenjarige gewassen is bij die teelt een belangrijk uitgangspunt.

Er kleven ook nadelen aan een systeem zonder ploegen en zonder chemische onkruidverdelgers. Boeren zullen regelmatig onkruid moeten bestrijden of het gras tussen de maïs moeten maaien. Het gras (en onkruid) mag namelijk niet te veel concurreren met de maïs. Het Louis Bolk Instituut onderzoekt welke technieken hiervoor het beste werken en of robotisering een oplossing is. Om maïs in grasland zonder ploegen te kunnen zaaien is bovendien een speciale strokenfrees (ontwikkeld door Henk Pol) nodig. Deru: “Voor de boeren mag de prijs niet te hoog zijn: zij willen een systeem dat niet al te bewerkelijk is en ze zoeken vooral naar opbrengstzekerheid. Er zijn dus nog wat hobbels te nemen, maar ons onderzoek laat zien dat de teelt veel duurzamer kan.” 

Over de auteur: Jasper Lentz
Jasper Lentz (1989) is geboren in Hardenberg (Ov.) en is opgegroeid in het Drentse dorp Dalen. Na de studie Journalistiek is hij in 2013 aan...
Deel dit bericht: WhatsApp Facebook Linkedin

V-focus Nieuwsbrief

Nieuwsbrief Wil je ook de nieuwsbrief ontvangen en op de hoogte blijven?