VALA, het agrarisch collectief voor natuurbeheer, heeft ruim 1.350 hectare botanisch grasland onder haar hoede. In het kader van het boerenexperiment ‘Verschralen tot we een ons wegen’ onderzocht ecoloog Rob Geerts de staat van 40 hooilandpercelen op zandgrond. De uitkomsten zijn alarmerend: langdurige verschraling zonder bemesting heeft geleid tot sterk verzuurde bodems, verarmde biodiversiteit en…
“We zien nu de keerzijde van jarenlang eenzijdig maaibeheer waarbij het maaisel volledig is afgevoerd,” zegt Geerts. “Verschraling is verheven tot doel op zich, met als gevolg dat het bodemleven achteruit is gegaan en het grasland zijn waarde als hooiland heeft verloren.”
Het onderzoek richtte zich op percelen die al minstens 15 jaar geen bemesting hebben ontvangen. De vitaliteit van de vegetatie, bodemkwaliteit, voederwaarde en botanische samenstelling werden onderzocht. De meeste percelen blijken sterk verzuurd te zijn, met een ernstig tekort aan bufferende mineralen als calcium en kalium. “Een grauwsluier ligt als het ware over het grasland,” beschrijft Geerts. “De vegetatie oogt futloos – een duidelijk signaal van mineralentekort en ontregelde bodemprocessen.”
Ook de productie stelt teleur: gemiddeld slechts 3 tot 4 ton droge stof per hectare, met lage eiwit- en VEM-waarden. “Voor boeren is het nauwelijks interessant gras meer. Het is minder voedzaam én minder smakelijk voor het vee.”
Nieuw evenwicht nodig
Volgens Geerts is het tijd voor herstelmaatregelen die het bodemleven en de plantengroei weer stimuleren. Vooral op de droogtegevoelige zandgronden moet volgens hem voorzichtiger worden omgegaan met verschraling. “We moeten af van het idee dat alle bemesting ‘slecht’ is,” benadrukt hij. “Juist organische mest, kalk of steenmeel – in de juiste dosering – kunnen het bodemleven voeden en de verzuring tegengaan.”
Hij pleit voor zogenaamde instandhoudingsbemesting: een lichte, regelmatige bemesting met bijvoorbeeld strorijke rundermest, aangevuld met kalk. Deze aanpak zou het tij kunnen keren zonder schade aan de biodiversiteit.
Van onderzoeksresultaten naar praktijkadvies
VALA wil haar leden actief ondersteunen in het herstelproces. Er komt een factsheet met concrete aanbevelingen, en er wordt gewerkt aan een aanbod van kalkmeststoffen voor leden met ernstig verzuurde percelen. “Veel boeren zijn terughoudend met bemesten, deels door het hardnekkige beeld dat mest gelijkstaat aan vervuiling,” zegt Geerts. “Maar met goede kwaliteit en zorgvuldige toepassing is mest juist een waardevolle hulpbron.”
Om het probleem breder aan te pakken, zoekt VALA samenwerking met onder meer BoerenNatuur, andere agrarische collectieven, terreinbeherende organisaties en kennisinstellingen als Wageningen University & Research en het Louis Bolk Instituut. “We willen meer grip krijgen op wat er gaande is, en toewerken naar breed gedragen herstelstrategieën voor botanisch grasland op zandgronden,” aldus Geerts. “We streven naar kruidenrijke, bloeiende graslanden die waardevol zijn voor biodiversiteit én bruikbaar blijven voor boeren.”
Bron: VALA